Brouwerij de Ster.
Tot 1958 werd aan de Wouwse Markt bier gebouwen achter het fraaie witte herenhuis. Een brouwerij waarvan de wortels teruggaan tot 1824, toen Pieter Melchior Philips als bierbrouwer en mouter aan de slag ging. In de loop van de jaren groeide het bedrijf van een kleine plaatselijke onderneming naar een regionaal bedrijf. Een bedrijf dat steeds moderniseerde, want in 1870 deed de stoommachine zijn intrede in het bedrijf en in de jaren daarna werden nieuwe brouwketels en roermachines aangeschaft. Begin twintigste eeuw deed de zuiggasmotor zijn intrede in het bedrijf. In 1919 gevolgd door een dynamo, die ook een deel van de kom van Wouw van licht voorzag!
In 1920 kwam de brouwerij in handen van de familie Siebelink. Bernard Siebelink bouwde het bedrijf verder uit. Uit een inventaris uit 1932 weten we bijvoorbeeld dat er al flessenspoel- en vulmachines waren, maar ook een vrachtwagen en een personenauto. In dat jaar droeg Bernard de brouwerij over aan zijn zoon Stan. Hij zou de laatste 'echte' Wouwse brouwer worden. Jan Siebelink, de neef van Stan, leerde nog wel het brouwersvak, maar hij mocht niet meer beleven dat hij het bedrijf van zijn oom voort kon zetten. Al die jaren bleef de 'Wouwse ouwe bruine' een geliefde drank. Tussen 1928 en 1930 kwam daar ook pils bij. Dat betekende investeren in koelinstallaties en koelkelders. De tijd dat de kasteleins zelf uit een vat bier de flessen (stopkes) vulden, was toen allang voorbij. Wel was het in die tijd nog gebruikelijk dat de flessen met de hand op de spoelmachine werden gezet! Na de Tweede Wereldoorlog werd er opnieuw geïnvesteerd in het bedrijf, maar de kleinere bedrijfjes kregen het steeds moeilijker en veel brouwerijen fuseerden tot grote bedrijven. Ook De Ster ontsnapte niet aan de malaise. In eerste instantie werd nog donker bier gemaakt voor Heineken, maar in 1958 werden de poorten definitief gesloten. Het bedrijf ging nog wel verder als Drankencentrale, maar inmiddels is ook die verdwenen.